Jan Lepeltak, dit artikel verscheen eerder op 25/3/2019
Drie grote internationale informatica-organisaties hebben de handen ineen geslagen om de invoering van computational thinking en coding in het primair en voortgezet onderwijs in Europa te stimuleren. Zij schaarden zich tijdens een eind februari gehouden seminar in Brussel achter een strategiedocument getiteld Informatics for All.
Initiatiefnemers zijn ACM–Europe, de Europese tak van de invloedrijke American Association of Computing Machinery, waar leden uit bedrijven als Google, Apple, Microcoft en IBM bij zijn aangesloten; Informatics for All (een organisatie van zo’n 120 Europese academische informatica-opleidingen uit 30 landen) en CEPIS, de organisatie van Europese professionele verenigingen zoals de British Computing Society en in Nederland de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Informatieprofessionals.
De Europese landen delen gemeenschappelijke uitdagingen zoals het groeiende tekort aan ICT-specialisten, met name software-engineers, en hoogwaardige informatiewerkers die in alle sectoren van de samenleving nodig zijn. De vraag is enorm. In Nederland ziet 30% van de bedrijven zich belemmerd in hun ontwikkeling door een tekort aan ICT’ers, zo meldde het CBS afgelopen zomer. De EU stelt in een recent rapport dat het tekort in 2020 zo’n 500.000 ICT-kenniswerkers zal bedragen.
Het Informatics for All (IfA) initiatief bevat twee aandachtspunten. Het pleit nadrukkelijk voor een apart schoolvak Computational Thinking (CT) dat zowel in het basis- als voortgezet onderwijs wordt gegeven. Daarnaast moeten onderdelen ook worden geïntegreerd in andere schoolvakken. Volgens IfA moet lesmateriaal aantrekkelijk en uitdagend zijn voor leerlingen. Het curriculum dient de kernbegrippen uit de informatica te bevatten, waarbij de constructieve aspecten van de discipline aan de orde komen. Aan de rol van informatica bij creatie en innovatie moet nadrukkelijk aandacht worden besteed. Daarbij vervult informatie een rol binnen de stimulering van STEM (Science, technology, informatica, Engineering and Mathematics).
Onder voorzitterschap van Dame Wendy Hall (foto), hoogleraar informatica en oud-voorzitter van ACM, werd gediscussieerd over de beste strategie. Een aantal landen presenteerden de huidige situatie in het onderwijs van hun land en bevestigden impliciet nogmaals de achterstand en trage ontwikkeling die wij in Nederland zien.
Frankrijk: CT voor iedereen in het eindexamen
Frankrijk pakt de zaken voortvarend aan. Zo bleek uit de presentatie van Pierre Paradinas van de Société Informatique de France. Vanaf het komende schooljaar dienen alle leerlingen voor het centraal examen (het baccalauréat) dat toegang geeft tot de universiteit ook een examen af te leggen in Sciences Numériques et Technologie (SNT). Dit vak zal anderhalf uur per week worden gegeven aan alle leerlingen. Verder is er het meer theoretische vak Numériques et Sciences Informatiques (NSI) dat tussen de vier en zes lesuren per week zal vergen.
Er gebeurt wat D66 kamerlid Paul van Meenen al eerder bepleitte, wil informatica een serieus vak worden. Dan moet het deel gaan uitmaken van het centraal schriftelijk eindexamen en niet, zoals nu, een facultatief schoolexamenvak waarbij feitelijk elke docent op zijn/haar eigenwijze toetst. Het facultatieve vak informatica in de bovenbouw van het VO is in Nederland een vrij marginaal vak geworden, terwijl het vak informatiekunde in de eerste jaren van het VO zelfs geheel dreigt te verdwijnen.
In het Franse basisonderwijs (groep 2 -3) komen kinderen al vroeg in aanraking met ICT. Het gaat dan vooral over de devices die men gebruikt. Maar als de leerlingen 7 – 10 jaar zijn komt Computational Thinking om de hoek kijken. Er is aandacht voor digitale media, algoritmes, informatica en tools. In de onderbouw (middenschoolachtig) van het voortgezet onderwijs worden zaken als wiskunde en technologie, analoge en digitale informatie, algoritmes en programmeren, netwerken, en applicatie, design en het ontwikkelen van simulaties behandeld. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de aan het MIT ontwikkelde educatieve programmeertaal Scratch.
De ontwikkelingen in landen als Denemarken, Polen en Israël zijn vergelijkbaar. Denemarken is sinds Davos 2016 actief bezig informatica een vaste plek te geven in het Deense curriculum. In januari van dit jaar is de Deense regering begonnen met het nemen van concrete stappen in het basisonderwijs. De plannen maken deel uit van het programma Strategy for Denmarks digital growth. De Deense hoogleraar Michael Caspersen gaf aan dat begonnen wordt met een proef voor leerlingen van groep 1 – 8. In twee lessen per week wordt jaarlijks aandacht besteed aan vier competentiegebieden: computational empowerment, digital design, computational thinking, technologische kennis en vaardigheden.
Ook het Verenigd Koninkrijk is, net zoals Ierland, al zeer ver met het vormgeven van het curriculum in het funderend onderwijs.
Scholing van docenten is in alle landen het kernprobleem. Nederland heeft, zoals zoveel Europese landen, een lerarentekort. Wij moeten een dubbelslag maken: er moet iets gedaan worden aan het groeiende lerarentekort en we moeten de leraren gereed maken voor de digitale uitdagingen van deze eeuw.
Nederland kiest voor een zeer voorzichtig ontwikkelingsmodel dat geheel volgens de polderfilosofie is opgezet. Nagenoeg iedereen mag zijn zegje doen en commentaar leveren op de voorgestelde curriculumplannen, kerndoelen en eindtermen van het project Curriculum.nu (voorheen Curriculum.2032).
In 2021 zou een en ander moeten worden vastgesteld door het parlement, wat betekent dat invoering op zijn vroegst in het schooljaar 2022-2023 kan plaatsvinden. In de huidige opzet van de breed samengesteld ontwikkelgroepen is Computational Thinking onderdeel van Digitale geletterdheid. Het bevat zinnige onderdelen, maar maakt samen met andere onderdelen als Computational Thinking, informatievaardigheden, mediawijsheid en ict-basisvaardigheden een overladen indruk. De vraag is of de invoering van de Digitale Geletterdheid in het Nederlandse curriculum gaat lukken. Voor een overzicht van de invoering van informatica in het voortgezet onderwijs zie bijgaand artikel.
De deskundigen van bovengenoemde internationale informatica-organisaties stellen zelfs dat twee uur per week te weinig is als je de kerndoelen en eindtermen echt wil vernieuwen. De geschiedenis van 25 jaar geleden dreigt zich geheel te herhalen. Ook nu gaan ambitie en haalbaarheid niet gelijk op. Zie ook een eerdere publicatie van KomenskyPost hierover. Het toenmalige kamerlid en latere staatssecretaris Netelenbos haalde van de noodzakelijke honderzestig uur (dus vier uur per week), honderdtwintig uur af voor onder andere het vak verzorging (dat inmiddels bijna nergens meer wordt gegeven). Inmiddels afficheert zij zich nu als EU-ambassadeur Coding. Het kan verkeren.
Jan Lepeltak